1. Gesmeed staal is het belangrijkste materiaal voor het maken van een tandwiel, omdat het een relatief hoge sterkte en taaiheid heeft. De algemene methode kan worden onderverdeeld in een zacht tandoppervlak en een hard tandoppervlak.
Over het algemeen wordt het optionele zachte tandoppervlak gebruikt voor tandwielsnijden na warmtebehandeling. Om het tandwielsnijden te vergemakkelijken, zal het tandwielsnijgereedschap niet slijten en snel bot worden. Dit tandwiel wordt gesneden na een normalisatie- en ontlaatbehandeling. Voor belangrijke toepassingen kan het geharde tandoppervlak worden gekozen en moet de oppervlakteverhardingsbehandeling worden uitgevoerd na het snijden van de tand. De warmtebehandelingsmethoden omvatten oppervlakteverharding, carbonering en nitreren. Het behandelde tandoppervlak heeft een hoge hardheid, goede taaiheid, hoog draagvermogen en goede slijtvastheid.
2. Gegoten staal heeft een hoge sterkte en goede slijtvastheid, maar het moet worden genormaliseerd of gegloeid vanwege de hoge interne spanning tijdens het gieten. Gietstaal wordt vaak gebruikt voor tandwielen die te groot zijn om te smeden.
3. Gietijzer is bros, heeft een slechte slagvastheid en slijtvastheid, maar is gemakkelijk te verwerken door giet- en snijtechnologie. Daarom wordt gietijzer vaak gebruikt in open tandwieloverbrengingen met lage snelheid, gemiddelde belasting, geen impact en geen trillingen. De mechanische eigenschappen en slagvastheid van nodulair gietijzer zijn veel hoger dan die van grijs gietijzer, waardoor het steeds vaker wordt gebruikt.